Diep in m’n hart, jij lief

31-08-2024
Benjamin en Kobe
Benjamin en Kobe

'Diep in m'n hart, jij lief', schreef ik haar zonet, even uit het niets, op chat, vanuit een hartelijk gevoel dat ik uit moest laten. Niet zoals een hond uitlaten, want daar komt men steeds weer mee terug naar huis, maar het uitlaten als toedekken, overladen, de wereld insturen van een diep liefdesgevoel, heel intens, dat is zeker.

Het begon allemaal op 17 juni, neen, wacht, dat is niet waar, het begon op 17 december 2023. De dag dat m'n vrouw, kwam aandraven met het nieuws dat ze uitgekeken was op mij, dat ze niets anders meer overhad dan zware irritaties tegenover mij, ze kon me niet meer ruiken, luchten, noch zien. Het moest snel gaan, dat had ik in het motje, nét vier maanden later waren we officieel gescheiden, zo snel kan het gaan. In twee dagen heb ik moeten schakelen van dolverliefd naar een leven zonder haar. Men kan er zich wellicht iets bij voorstellen; Een triest bestaan, de ontgoocheling, terug naar af, alweer verlaten worden, het zelfvertrouwen/zelfbeeld die de dieperik in raast, het diep eenzaam voelen, twijfelen aan de kwaliteiten van je vaderschap, jezelf vergelijken met een vuilniszak die buiten wordt gezet en zo kan ik dat lijstje nog uitmelken indien ik daarvoor kies. Maar niets is van zoveel belang, toe te geven dat het waardeloos is om aan het melken te blijven. Melken is een repetitieve activiteit en gebeurt steeds ter plaatse. Ter plaatse blijven trappelen is iets wat me zelden voorvalt, met uitzondering van die, welgeteld zes maanden, al bij al van snel voorbijgaande aard. Ook melk moet rijpen.

Het was op die bewuste zondagnamiddag, op 17 juni aan het Brusselse Zuidstation dat zich het volgende voordeed:

Ik liep door de hoofdhal, op zoek naar wat tijdsvulling, omdat wachten op een trein langer duurt. Het kwam zowaar vanzelf, zonder al te veel moeite, daar liep hij, een grote man die opviel, volle krullenkop, tabak bruine, wijde floeren broek, zwarte coltrui met een plezant kort vestje eroverheen, een man met stijl.

Is dat Benjamin, vroeg ik me af?

Het zit in m'n aard om mensen die ik niet ken aan te spreken, omdat ik dat fijn vind, omdat ik benieuwd ben naar ieder wat wils. Iemand aanspreken omdat ze roemruchtig zijn, dat doe ik niet, maar Benjamin was de uitzondering op de regel, hij zoog me naar zich toe, mee naar buiten waar hij een sigaret ging roken.

Benjamin Clementine, de man uit Londen, een artiest naar m'n hart, een zanger, een groot man, hij stond de avond voordien op de planken op het festival van Werchter en dronk graag een koffie op mijn kosten, zwart, want zo dronk hij zijn koffie het liefst.

Zijn muziek raakt me diep, hij had me al eerder getroost, hij doet me wegdromen en zijn wonderlijke stem klinkt als instrumenten allerhande.

We spraken hoogstens een halfuur, nadien moest hij de trein op naar Londen, ik naar Landen, daar hebben we nog om gelachen, die stad kent hij nu ook. Graag gedaan burgemeester!

Handen werden hartelijk geschud, ik draaide me om en stapte de roltrap op van het perron waar de trein richting Landen het station binnenreed. En het was daar, op de roltrap aan perron 12 in Brussel-Zuid dat mijn leven veranderde. Heel mijn lijf begon te gloeien, ik stond te trillen op mijn benen, ik sprong op de trein en ik heb tot in Landen gehuild als een klein kind.

De ochtend nadien ben ik wakker geworden in een andere levensfase, een fase waar ik weer de vrijheid voelde om te bewegen, vooruit kon gaan, zowel fysiek als mentaal. Geloof kan bergen verzetten. Mijn norse blik was gladgestreken en ik glimlachte, dat viel me op, dat deed deugd. Die ochtend heb ik langer dan normaliter in de badkamer vertoefd om me, sinds enige tijd degelijk te scheren en te verzorgen.

Hoe Benjamin het precies voor elkaar heeft gekregen, dat is moeilijk te zeggen, maar wat hij met mij gedaan heeft, dat was duidelijker; Het was alsof hij me weg had geplukt uit de tijd van pijn en diep verdriet en me nadien netjes, teder, zorgzaam een stukje verderop mijn levenspad, met fijne motoriek terug neer had gezet.

Op de kop, een week later besloot ik, of besefte ik dat er terug ruimte was voor liefde, in al zijn vormen. Al enige tijd was ik zwaar onder de indruk van een dame. En net dan, die week nadien, besloot ik om de vrouw nu maar eens intenser te benaderen. Het maakte dat we al snel, als pubers hartjes en liefdesberichtjes naar elkaar stuurden, we ontmoeten elkaar hoe langer hoe vaker en samen durven we stiekem vooruit te kijken. Jawel, we zijn verliefd.

Maar ikzelf, ik zelf, kijk nog af en toe om, naar toen, dat moment op de roltrap in Brussel-Zuid waar ik in transformatie ging.

Bedankt Benjamin, voor jouw onbewust, onverklaarbaar goochelwerk, om me te ontwortelen en me zorgzaam op een bodem van vooruitgang te plaatsen, voor dromen die terug tastbaar zijn, voor mijn geliefde … Je zit diep in m'n hart, jij lief.

Eerst het zuur, dan het zoet.